Geschiedenis van Melakka
Even in het kort: Heel vroeger hebben de Portugezen dit deel van Maleisie veroverd van de originele inwoners. Melakka werd een groot gebied wat betreft het handelen via de Scheepvaart. De schepen kwamen hier onderweg langs op weg naar de handelsplek Batavia ( wat tegenwoordig Jakarta is). In 1641 veroverden de Hollanders Melakka en 156 jaar later moesten zij plaats maken voor de Engelsen. Het museum in het Stadhuys ( het oudste gebouw dat is overgebleven van de Hollandse periode) verteld al deze historie doormiddel van het tonen van Schilderijen, oude wapens zoals kanonnen, zwaarden enz. Erg interessant allemaal om te zien en te lezen. Tot 1957 was dit deel van Zuidoost-Azie in bezit van de Engelsen. Zij besloten in 1930 dat alle uit de Hollandse tijd stammende gebouwen zalmroze geschilderd moesten worden. Wat wij natuurlijk een gemakkelijk herkenningspunt vonden. Wij hebben ons dan ook de hele dag vermaakt met het bezichtigen van al deze historie, zo ook de heuvel St. Paul's Hill. Op deze heuvel staan resten van de Portugese oude kerk. Erg interessant om te zien ook want hier staan ook nog allemaal oude Nederlandse graven met opschriften in het oud Hollandse geschrift. Erg grappig om te zien hoe ze in die tijd schreven, zoon schreven zij neer als soohn en nog meer van dit soort dingen. Dit was een leuk uitstapje, en de opgedane kennis slaan wij op in ons geschiedeniskoffertje. Na dit alles zijn wij ons lekker gaan opfrissen in ons gezellige hostel met erg vriendelijke mensen allemaal. Dit was de laatste dag van het chinese Nieuwjaar en op het plein in het centrum van China town was dan ook nog 1 groot feest aan de gang waar wij nog even zijn gaan kijken. Na een uur in de drukte te hebben gestaan besloten wij lekker een hapje te eten na even te hebben gelopen hadden wij een lekker BKtje gescoord. Met Thijs gelijk de afspraak gemaakt dat hij in elk land 1 keer hier mag eten, hij was zo blij als een kleine jongen J! We hebben nog een nacht extra geboekt in het hostel wat ons wel bevalt. En na vandaag weer de hele dag onderweg te zijn geweest om een relaxt dagje op het eiland Paular Basar te houden hebben wij besloten hier nog 1 dag aan vast te plakken om uit te rusten voor wij weer verder gaan reizen. Paular Basar was een heerlijk eilandje met witte stranden, palmbomen en heerlijk water ( wat overigens niet erg helder was). Hier hebben wij een paar uurtjes vertoefd en gewandeld en zijn toen weer terug met de boot naar vaste land gegaan. Wij komen vast nog meer van deze mooie relaxt plekjes tegen en houden jullie op de hoogte!
Cityhoppers
Van stad naar stad, van stad naar... Dinsdag 17 februari 2009
Het is nu al weer een tijdje geleden dat wij iets geschreven hebben. Dit komt onder andere doordat wij enkele dagen geen internet hadden. Ook hebben wij het druk gehad met het reizen. Tijd om even bij te praten. Wij hebben eerst een aantal dagen in Melakka vertoefd. De plaats beviel erg goed net zoals het hostel (Ringo's Foyer). De eigenaar Howard, die wij steeds Ringo noemde, was erg gastvrij en vriendelijk. We hebben erg gelachen met Howard. Zo heeft hij een Nederlandse vriend die hem wat Nederlands heeft bijgeleerd. Jawel, niet het beschaafde Nederlands natuurlijk, maar woorden zoals klootzak en neuken in de keuken. Ook vond hij Hans Teeuwen erg grappig en liet ons dan ook een filmpje van hem zien, erg grappig! Ringo gaf ons de benodigde informatie over Malakka. Ook wist hij erg veel over de rest van Maleisië, waardoor wij de aankomende weken konden plannen. Dit was erg fijn! Wij zijn er namelijk achter gekomen dat wij de enige reizigers zijn die het zonder de BIJBEL (Lonley Planet) doen! Toch hebben wij nu een mooie route kunnen uitstippelen. Wij gaan namelijk vanuit Malakka met de bus naar Kuala Lumpur. Hier verblijven wij twee dagen om de stad te kunnen zien. Vanuit Kuala Lumpur nemen wij weer de bus naar Pinang. Een schiereiland voor de westkust van Maleisië. Hier nemen wij de boot naar Langkawi. Dit is een eiland waar best het één en ander te doen is. Ook een belangrijk detail is dat alcohol, sigaretten en electra belastingvrij zijn. Na Langkawi keren wij terug naar Pinang. Hier nemen wij het vliegtuig naar Borneo waar wij 11 dagen zullen verblijven. Na Borneo gaan wij naar Thailand en houdt onze voorlopige planning op. Na de dagen in Malakka zijn wij met de bus vertrokken naar Kuala Lumpur. Het hostel waar wij waren was zeker niet één van de schoonste plekken om te verblijven. Wel vielen wij met onze neus in de boter want op vrijdagavond is er een gratis diner voor de gasten. Een beetje spicy, maar gratis en dat is altijd goed. Jawel, waar gratis is, zijn ook Nederlanders! Zo zaten we ineens met 5 andere Nederlanders lekker te eten en te praten. Weer wat tips opgevangen en verhalen uitgewisseld, erg leuk! Iets minder leuk is dat ik (Monique) vandaag nogal last heb van mijn buik. Waarschijnlijk was het straatstalletje, waar Ringo ons gister naar toe had gestuurd, toch geen goed idee. Dan denk ik maar weer aan de woorden van mijn vader 'het gaat met slapen wel weer over'.
De dag na ons gratis diner hebben wij weer het één en ander gedaan. Eerst hebben wij al onze overbodige spullen en uitgelezen boeken weer naar huis gestuurd. Dit is een pakketje geworden van bijna 8 kilo. Wij kunnen vertellen dat het sjouwen met twee tassen nog steeds wel zwaar is, maar heel wat minder zwaar als voorheen. Echt heel lekker zo! Hierna zijn wij het Financiele centrum van Kuala Lumpur gaan bezoeken met als hoogtepunt de welbekende Twintowers. Dit was echt een indrukwekkend mooi gebouw. Wanneer je buiten stond en omhoog keek werd je er duizelig van. Ook van binnen ziet het er gelikt uit met een enorme Shoppingmall met alle dure winkels zoals Prada, Armani en Chanel. Buiten het gebouw was er een klein recreatiepark aangelegd, waar je kan bijkomen als de drukte in de grote Shoppingmall teveel wordt (net een mierennest). Na de laatste nacht in ons smerige hostel zijn wij in de ochtend deze stad ontvlucht. Een 6 uur durende bustocht langs de Cameron Highlands zijn wij aangekomen in Pinang. Op advies van andere reizigers zijn wij naar de Bananalodge gegaan waar wij konden slapen, eten en tickets boeken voor de boot naar Langkawi. Hier hadden wij weer voor het eerst sinds Malakka internet. Nadat wij lekker hadden gegeten en de computer hadden aangezet hing de moeder van Monique al aan de telefoon. Hier hebben wij ook het nieuws uit Nederland weer kunnen volgen. Zo heb ik Ajax - Feyenoord live kunnen luisteren op de internetradio. De volgende dag zijn wij er weer heel vroeg (06:45) uitgegaan om de boot naar Lankawi te kunnen nemen. Langkawi is ons voorlopige paradijs, waar wij een kleine twee weken zullen verblijven.
Het eiland Pulau Lankawi
Het leukste eiland aan de westkust van Maleisie is Pulau Langkawi. Ook bij de Maleisiers zelf is dit eiland zeer geliefd. De redenen hiervoor zijn de talloze mooie stranden en het aantal bezienswaardigheden. De belangrijkste reden is toch wel dat het eiland belastingvrije producten kent zoals alcohol, sigaretten en electrische apparatuur. De overheid van Maleisie wil hiermee de toeristenstroom stimuleren. Echt druk is het hier zeker niet. Al moet het hoogseizoen nog beginnen. De eerste dagen hebben wij lekker geluierd op het strand en een beetje bekeken wat de mogelijkheden zijn. Langzamerhand beginnen wij hier wat mensen kennen. Waaronder backpackers en mensen die hier wonen en werken. Het strand ligt op 200 meter lopen. De zee is hier echt niet normaal warm; heerlijk. Wel is het water niet echt helder dus het snorkelen heeft nog niet zoveel zin. Wel kun je hier in de buurt duiken. Alleen hangt hier een aardig prijskaartje aan en werd dit door een ervaren duiker, waar wij vrijdag gaan eten, afgeraden. Het duiken en snorkellen moet dus nog even wachten totdat wij in Borneo zijn. Borneo heeft overigens weer een van de mooiste duikstekken ter wereld. Dus dat komt wel goed. Na de twee dagen aan het strand hebben wij een auto gehuurd voor ongeveer 10 euro per dag. Dit is de beste manier om je voort te bewegen op het eiland. Bussen zijn hier bijna niet en de taxi is weer vrij prijzig. Het besturen van een auto is in dit land wel even wennen. Alles zit hier aan de andere kant. Zowel in de auto als op de wegen. Men rijdt hier namelijk links. Het stuur van de auto zit hier rechts en de koppeling dus links. Wat het meest wennen was is de richting aangever! Deze zat aan de rechterkand van het stuur, terwijl de bediening van de ruitenwissers links zit. Telkens als ik wou afslaan naar links of rechts gingen de ruitenwissers heen en weer. (i.p.v. de knipperlichten). Eerst waren wij naar een resort gereden met een heerlijk strand. Dit was een idee van mij (Thijs). Aan het strand waar wij zitten zijn namelijk ook enkele resorts aanwezig. Hier zij de mensen erg vriendelijk en je kunt er heerlijk zwemmen. Monique vind het maar raar dat ik daar uigebreid aan het relaxen ben. Deze keer gingen wij dus samen. Monique had hier weer helemaal geen zin in en zag de bui al hangen: "misschien worden wij wel weggetrapt!?" Thijs: "Ja misschien wel!" Eerst hebben wij een duik genomen in de zee. Daarna gingen wij het zwembad opzoeken van het resort. Supermooi en hartstikke luxe. Toen wij in het zwembad lagen hadden de medewerkers het al snel door dat wij niet thuis hoorden tussen de celeberties en de rijke snobs. Wij werden vriendelijk verzocht om de mensen op het park met rust te laten. Zij betaalden maar liefst 1000 dollar per nacht en werden rond gerden door het personeel in golfkarretjes. Dit konden wij echter niet laten schieten en vroegen of zij ons af wilden zetten bij onze auto. Daarna zijn wij verder gereden naar het hoogste punt van het eiland. Dit zorgde voor hele mooie plaatjes in ons fotoboek. Ook zijn wij onderweg enkele dieren tegengekomen, waaronder een groep apen en enkele mooie vogels. Morgen weer een leuke dag met de auto. PS: Monique vond het toch wel erg leuk in het resort en vroeg wanneer wij naar de volgende gingen. Af en toe is ook Monique nog net een klein kind.
Lankawi deel 2 & Koh Lipe
Geschreven op 24-02-2009 Door Matthijs Deuzeman
Na de dagen dat wij een auto gehuurd hadden op het eiland Lankawi waren wij toch een beetje uitgekeken. Je kon er overigens niet goed snorkelen wat de pret in zee niet bevorderde. Mocht je zelf ooit naar Lankawi toe willen, bedenk dan voor je zelf goed wat je die dagen wilt doen. Is dat vooral snorkelen en uitgaan dan zit je niet op het juiste eiland. Wil je genieten van de lage prijzen, de heerlijke zon en de rust. Dan zit je op de juiste plaats. De mensen op het eiland willen heel graag dat je het eiland komt bezoeken. Deze zijn dus heel vriendelijk en enorm behulpzaam. Verder zijn er op het eiland verschillende dingen te doen die je met behulp van een auto prima in een paar dagen kan doen. Zo hadden wij op dag 2 met de auto het natuurgebied van het eiland bezocht. Je kunt daar voor verschillende tours kiezen. Wij hadden een 1 uur durende tour naar de Batcave, een visboerderij en gingen naar een voederplaats waar veel zeearenden op af kwamen. Omdat je hier met de auto naar toe gaat kost de intree een stuk minder, wanneer je dit boekt bij een toeristencentrum. Het natuurgebied was een soort mangrovegebied die zij zo hebben ingedeeld dat het interessant is voor de toeristen. Onze privé reisbegeleider die ons per boot rondleidde was een aardige kerel en wist aardig wat vertellen. De Maleisische stijl van autorijden beviel mij wel. Je kon iedereen overal inhalen. Als je dat zelf niet deed dan werd je zelf ingehaald. De auto was een piepklein karretje en natuurlijk de goedkoopste om te huren. Dat zorgde ervoor, wanneer je met de auto de bergen inging, af en toe bijna niet vooruit kwam. Af en toe moest je in je 1 terugschakelen om vooruit te komen. Na de avonturen met de auto hebben wij besloten om het naastgelegen eiland te gaan bezoeken. Dit was Koh Lipe! Wij zijn dus nu in Thailand. Hier kun je weer prima snorkelen en is de sfeer erg relaxed. Wij hebben een hutje aan het strand en moeten ongeveer 20 meter te lopen om met onze enkels in het water te staan. De eerste nacht hadden wij het goedkoopste hutje van het eiland Koh Pipe (al schijnen er plekken te zijn met nog goedkopere slaapverblijven). Dit hutje kostte 350 Bath per dag. Omgerekend is dat 7 Euro. Dit hutje was een beetje primitief en was van Bamboe gemaakt. Er waren overal gaten en kieren dat voor een x aantal dierenvriendjes (padden, kakkerlakken, mieren en ander klein gespuis) zorgde. Na een nacht vol dierenplezier besloten wij het pas vrijgekomen hutje aan de overkant te nemen. Dit is een perfect hutje om voor een paar dagen te verblijven. Deze kost 600 Bath en komt dus neer op ongeveer 12 euro. Naast onze bungalow bevindt zich een duikschool met een bijbehorende Loungebar met heerlijke ligkussens. Hier liggen wij de grootste gedeelte van de dag. Wanneer wij hier niet liggen zijn wij naar het toilet of liggen in de zee. Na deze heerlijke dagen gaan wij weer terug naar Lankawi waar wij de boot hebben naar Penang. Hier gaan wij met het vliegtuig naar Borneo om de Orang-oetangs en de mooiste duikplekken ter wereld te bezoeken. PS: Het heeft allemaal even geduurd dat wij onze verhalen en foto's weer op orde hebben. Dit komt mede doordat wij nu een ander fotoprogramma gebruiken. Namelijk Picasa van Google. Dit werkt veel beter en kunnen nu veel meer foto's kwijt. Bijna al onze leukere foto's kunnen wij nu plaatsen. Dat was dus even een aantal uur huiswerk voor ons. Dit ging niet altijd gemakkelijk omdat de internetverbinding hier een snelheid heeft van 2 mb. (In Nederland is dat volgens mij 20 mb)
Van Lankawi via Penang naar Borneo
Omdat wij de tijd en de dag vergeten waren op het eiland Koh Lipe blijken wij nu ineens een dag over te hebben. Deze hebben wij gebruikt om lekker even goed te gaan internetten op Penang en om daar een fort van de Engelsen te gaan bekijken waar een kanon ligt van de VOC (Nederland). De terugkomst op Lankwai was overigens bijzonder te noemen. De mensen die wij daar tijden ons eerste verblijf hadden leren kennen kenden ons ook nog. Zoals de eigenaar van het hostel, de eigenaar van Pertizan Pizza en onze Amerikaanse vrienden die een toeristencentrum hebben. Deze Amerikanen spreken goed engels en kunnen jullie dus ook goed vertellen wat wel en niet de moeite waard is. Tijdens onze terugkomst regende het echter met bakken uit de hemel en wij waren dus blij de volgende dag verder te mogen naar Penang. Deze boottocht verliep overigens wel goed, ondanks het slechte weer. Monique dacht even naar het toilet te gaan en even op het boven dek te gaan kijken. Het was inmiddels droog maar door de regen dus wel glad waardoor zij van het trappetje afgleed van boven naar beneden, met een grote blauwe plek op haar arm en een schaafwond op haar rug liep het met een sisser af. In Penang hadden wij dus een extra dagje en zijn wij het fort gaan bezoeken. Hier ligt dus een kanon van het VOC die de engelsen ooit hebben bemachtigd en naar hun fort hebben gebracht. Deze was overigens een stuk groter dan de engelse kanonnen die er ook lagen. Tijdens onze fotoshoot kwamen wij hier een grote groep Taiwanezen tegen, waar wij mee op de foto waren gegaan. Ik (Thijs) wilde tijdens onze reis ook graag naar Taiwan toe omdat hier op de dag van vandaag een groot Nederlands fort ligt. Dit fort geldt als de beste overgebleven gebouwen van de Nederlandse overheersing in de tijd van de VOC. Dit werd nog eens benadrukt door de Taiwanezen die ons vertelden dat wij daar echt eens naar toe moesten gaan.
De laptop
Zoals eerder gezegd wilden wij tijdens ons korte verblijf ook flink gebruik gaan maken van onze laptop en het gratis internet van het hostel. Zo konden wij de verhalen updaten, de foto's bijwerken en alles opslaan op onze memorysticks. Voordat wij nog maar iets konden doen wilde de laptop echter niet meer opstarten. Dit probleem schijnt makkelijk op te lossen zijn wanneer je de juiste cd-rom bijdehand hebt. Aangezien een minilaptop geen cdrom heeft wordt het dus een stuk moeilijker. Als wij in Bankok aangekomen zijn gaan wij proberen de laptop te laten maken bij een HP kantoor in Bankok. Dit gaat 5 werkdagen duren en hopelijk doet hij het dan weer en hebben wij onze bestanden terug en kunnen jullie als nog de foto's van Koh Lipe laten zien, deze stonden wel al op de laptop en nog niet op ons memorystick.
Borneo
Vanaf Penang zijn wij met het vliegtuig naar Borneo gegaan met als hoofdreden de oerang Oetans op te gaan zoeken. Ook Thijs had enorm veel zin om dit deel van Maleisie te gaan bezoeken, want als je de brochures mag geloven uit Nederland, is dit de plek voor de ongerepte natuur. Wij landen met het vlieggtuig in Kota Kinabalu, de hoofdstad van de Maleisische provincie Sabah. Hier hebben wij een planning gemaakt voor de aankomende dagen. Dit viel niet mee. Omdat de vliegtickets van Air Asia een flink stuk goedkoper zijn wanneer je dit twee weken van te voeren boekt (20 euro per ticket) kun je een hoop geld besparen. Alleen hadden wij een te krappe planning gemaakt. Sabah is namelijk net zo groot als Nederland. Probeer heel Nederland maar eens in 10 dagen te bezoeken. Dat lukt idd dus niet. Wij moesten dus helaas keuzes gaan maken en zijn tot het volgende gekomen. Van Kota Kinabalu gaan wij met de bus naar Sandakan. Vanuit Sandakan gaan wij naar Semporna. Vanaf hier gaan wij duiken op de mooiere plekken ter wereld. Na het duiken gaan wij weer naar boven naar het Nationaal park Kinabatangan Hier gaan wij enkele dagen verbijven midden in de 'overgebleven jungle'. Na de Jungle gaan wij een middag naar Sepilok. Een Opvangcentrum waar opgevangen Oerang Oetans weer in het wild worden uitgezet. Tijdens de busrittten van ongeveer 6 uur naar de desbetreffende bestemmingen zie je eigenlijk alleen maar Palmolieplantages. Iets wat Thijs zijn humeur niet bevorderde. Palmolie wordt gemaakt van vruchten van bepaalde palmbomen. Palmolie wordt bijvoorbeeld gebuikt voor Shampoo e.d.. Na een kleine inschatting zijn wij tot de conclusie gekomen dat ongeveer 65% van het land bedekt is met palmboomplantages, 25% is stad en 10% is er overgebleven voor de bijzondere natuur. Al betwijfel ik het laatste. Al hebben wij in Nederland ook alle natuurlijke bronnen verbruikt, is het erg treurig om te zien dat de unieke flora en fauna hier ook bijna is vergaan. Al hadden zij hier dezelfde methode gehanteerd als de methode in Costa Rica dan was de bevolking een stuk rijker geweest. In Costa Rica is namelijk ongeveer 80% Beschermd natuur gebied dat enorm veel toeristen aantrekt. Zoveel dat Costa Rica de beste economie heeft van Midden- en Zuid Amerika. Het laatste niet leuke weetje wat ik wil vertellen is dat bijna alle palmboomplatages van Borneo in buitenlandse handen is en zolang de vraag groeid zal de overgebleven natuur steeds meer verdwijnen. De overgebleven plekken zijn overigens wel de moeite waard!
Semporna
Vanuit Semporna zijn er verschillende opties om te gaan duiken. Wij hebben gekozen om in zee te gaan met Singamata. Bij deze optie verblijven wij op midden op de Celebenzee waaruit wij de duiken zullen gaan maken. De plek waar wij zullen gaan slapen is in een hutje, gebouwd midden op zee. Hier kun je eten, bijkomen en genieten van de ondergaande zon. Tijdens ons verblijf in Kota Kinabalu waren wij ook een ander Nederlands stel tegen gekomen Michel en Saskia. Zij verbleven hier ook en het was erg gezellig om met elkaar op te trekken. Na de duiken wilden zij onze duikfoto's maar al te graag hebben. In de tijd dat wij daar verbleven hebben wij 5 duiken gemaakt. Tijdens deze duiken hebben wij een schitterend koraalberg gezien, 12 schildpadden, een krokodilvis, bijzonder andere vissoorten, een uniek zeepaardje waar de duikinstructeur al maanden naar op zoek was en enkele beeldachtige eilanden met sprookjesachtige stranden. Ook hebben wij gedoken op een plek waar is gevist met dynamite. Het koraal is hier vrijwel afgestrofen. Het leven onder water probeert hier echter weer te vestigen. Om het vissen met dynamite tegen te gaan heeft de regering van Maleisie besloten dat er op elk eilandje een wachtpost is voor het leger. Zo dacht thijs een lekker colaatje te bestellen bij iets wat op een bar leek. In Koh Lipe was er een soortgelijke bar op een eilandje waar je van alles kon krijgen. Hier zat er een meneer van het leger met een geweer waarmee je een vliegtuig naar beneden kon halen. Thijs groette de heer vriendelijk en peerde snel weer de zee in.
Nationaal Park Kinabatangan
Na het duikavontuur op de 2e dag zijn wij na de lunch weer naar het vaste land van Semporna gebracht. Hier zijn wij met een minibus (waar ze overigens net zo lang wachten tot dat er echt niemand meer bij past) vertrokken richting Lahad Datu. Na weer een lange rit tussen alle palmplantages door zijn wij aangekomen in deze afschuwelijke stad! Er sprak echt niemand Engels en vanuit hier moesten wij verder naar de Juncktion in Sakau waar we s'avonds om 20:00 uur opgepikt zouden worden door de eigenaar van ons Jungle verblijf. In Lahad Datu wilden ze ons een oor aan naaien door de hoofdprijs voor dit ritje te vragen wat wij dus echt niet gingen doen. Lichtelijk geirriteerd en teleurgesteld liepen we dus weg bij het busstation richting centrum. Na weer vragen wijsden de mensen ons naar het bus station. Het enigste wat Thijs en ik dachten was dat we zo snel mogenlijk wilden uit deze stomme stad. We gingen dus even in een restaurantje zitten met een koud colaatje om na te denken. Wij wilden deze afrekenen maar het meisje snapte het niet dus vertaalde een taxichauffeur wat wij bedoelde. Nadat deze meneer terug kwam van het toilet hem aan zijn hempje getrokken en jawel hij sprak gewoon Engels. Wij uitgelegd waar we heen wilden en hij wilde ons wel brengen voor de helft van wat de andere bij het busstation ons vroegen. De keuze was dus snel gemaakt, hup de tassen in de auto, langs de bank even pinnen en op weg naar de Juncktion in Sakau. Wij vroegen de man contact op te nemen met de operator waar wij de trip hadden geboekt zodat duidelijk was waar hij ons af moest zetten. Na hem een voorschot te hebben gegeven kon hij de auto vol tanken en beltegoed kopen. En jawel hij belde de vrouw en die legde alles aan de taxichauffeur uit. Het was een lange tocht, zeker wel 2 uur rijden en het werd al donker. Aangekomen bij de juncktion waar wij opgepikt zouden worden stopten we langs de weg en kwam er een busje aan. De taxichauffeur wilden dat wij bleven zitten voor de veiligheid en checkte of deze heren in het busje daadwerkelijk degene waren bij wie wij onze reis moesten voortzetten. Na weer contact met de vrouw te hebben gehad was het ok en laden wij ons bagage over en vervolgde onze trip. Roy de eigenaar had nog contact met de vrouw die wij ook aan de telefoon kregen zodat zeker was dat alles in orde en veilig was. Deze toch op zich was al een hele belevenis. Maar wij waren blij weg te zijn uit Lahad Datu en dat wij s' avonds aan kwamen midden in de jungle. Via een klein bootje werden wij met onze bagage verder gebracht naar de lodge waar we verbleven en zagen onderweg de eerste krokodil. Aangekomen in de Lodge kregen wij een houten hutje om in te slapen, deze was voorzien van een toilet en een grote emmer met een bakje er in wat de douche moest voorstellen. Wij zijn deze dagen dus ook echt even terug in de tijd gegaan. Saar de meid ( of moet ik zeggen jongen :-) ) kookte goed voor ons deze dagen en maakte s'ochtends op ons verzoek het favouriete ontbijt van Thijs, pancakes. Hij wilde ook graag Nederlands leren en het zinnetje wat die al goed kon zeggen was 'ik ben homo'. Wij hebben hem nog wat beschaafd Nederlands bijgeleerd en hem ons Nederland- Engels woordenboek geschonken zodat hij goed kon oefenen. De eerste avond zijn wij meteen op pad gegaan voor de nachtwandeling. Onze lange broeken en jassen kwamen hierbij zeker van pas met al die beestjes. Goed ingepakt ook met kaplaarzen aan begonnen wij aan deze tocht waarbij we een aantal mooie vogels, vlinders, sprinkhaan en 2 slangen zagen. En onze Crocodile Dundee Thijs vraagt gewoon heel simpel aan de gids of die even de staart van de slang mag aanraken haha.... Deze zei dat het beter was van niet wat Thijs een beetje teleurstelde. Ik had nogal moeite met de blubberige wegen en mijn iets te grote laarzen en stond dan ook een aantal keer op mijn sokken waardoor ik eind van de tocht van mijn tenen tot boven benen helemaal onder zat. De volgende ochtend moesten we om 06:30 ( ja jullie lezen het goed) weer paraat zitten in het boodje voor onze ochtendcruise over de Kinabatangan rivier. Wel erg mooi om op deze manier de zon te zien opkomen en de dieren langzaam in beweging zien te komen. We zagen dan ook diverse apen zoals makaken en de Proboscy aap ook wel Dutch monkey genoemd vanwege zijn grote neus. Vernoemd naar de zeelui van vroeger die na een drankje een flinke rode neus hadden. Bij terugkomst een lekker ontbijt naar binnen gewerkt om vervolgens naar het Oxbowlake te gaan. Eerst weer een stukje met de boot over de rivier, gevolgd door een wandeltocht waar je U tegen zegt. Daar gingen we weer met onze boots en lange kleren over de modderpaden dwars door de jungle. Ik had nog steeds erg moeite met mijn laarzen en we kwamen tot de ontdekking dat ze ook nog eens stuk waren. Dus was ik weer van top tot teen doorweekt, zowel van het zweten als van de blubber want het is echt ongelooflijk warm in de jungle. Ook had ik onderweg nog 2 attacks, eerst 1 bloedzuiger door mijn broek heen op mijn boven been die de gids verwijderde en even later voelde ik wat in mijn nek, weer een bloedzuiger. Ik gilde het uit, echt vies en de gids zei dat ik naar hem toe moest komen waarop ik brulde dat die snel naar mij moest komen en dat deed hij ook maar. Thijs heeft erg om mij moeten lachen zowel om de bloedzuigers als mijn gevecht met de bagger en de laarzen. Helaas weinig dieren gezien deze tocht waardoor het dus een klein beetje tegen viel. De lunch was wel weer goed, al werd Thijs humeur wat minder want we aten al bijna een goede week steeds maar rijst wat onze neus bijna uitkwam. Eind van de middag hadden wij weer een tocht over de rivier waar wij weer vele vogels en apen hebben gespot wat echt een geweldig gezicht is om deze beestjes zo in het wild bezig te zien. De tocht eindigde met een mooie zonsondergang en een lekkere maaltijd. En s' avonds mochten wij lekker uitrusten want de volgende dag weer vroeg op voor de volgende ochtendcruise over de rivier. De tocht zagen wij naast de apen en de vogels ook een enorme krokodil, hij was helaas te snel weer in het water om een foto te kunnen maken maar hij was zeker een meter of 2,5. Na de tocht kregen wij tot de avondcruise vrij af. Thijs en ik zijn dan ook zelf even een tochtje gaan maken naar het plaatselijke dorpje. Hier in een piepklein winkeltje een ijsje gescoord en een paar colaatjes want we waren de koffie en thee wel een beetje zat. De plaatselijke bevolking was erg vriendelijk en probeerde een gesprekje te voeren wat meestal geopend wordt door een opmerking over voetbal. Dit vanwege de voetbalshirts die Thijs meestal draagt. Thijs had in het winkeltje ook visdraad en haakjes gekocht en terug bij onze lodge is hij zelf een hengel gaan fabriceren om te vissen in de rivier. Overigens heeft hij niks gevangen want na een kwartier moesten we al weer op pad met nieuwe mensen die gearriveerd waren voor de avondcruise. S' avonds ben ik nog een keer meegegaan met de avondwandeling, ik had inmiddels nieuwe laarzen gehad en moest deze toch even uitproberen, en ik moet zeggen dit ging me een stuk beter af. Niet zoveel gezien als de eerste avond, maar deze wandeling wel overleefd zonder bloedzuigers en zonder op mijn voeten in de blubber te staan. Toen ik terug kwam zat Thijs gezellig met Saar te vissen, hij had wel tuk gehad maar zodra hij zijn lijn binnenhaalde was de vis er alweer van door. Misschien komen er in de komende maanden nog betere periodes om een visje te vangen...
Sepilok
De laatste ochtendcruise hebben wij overgeslagen om even uit te slapen tot 07.30. Na laatste ontbijtje in de jungle en onze tassen te hebben gepakt zijn wij weer met onze spullen in het bootje gestapt om naar het busje te gaan. We hadden afgesproken dat de chauffeur ons zou afzetten bij het reintergratie project van de Orang Otangs in Sepilok en onze spullen zou afgeven bij ons hostel in Sandakan. Na weer een lange rit van zo'n 2,5 uur arriveerden wij bij het opvangcentrum in Sepilok. Bij dit centrum worden Orang Otangs binnengebracht die o.a. gevonden worden op de vele palmolie plantages. Hier zijn ze te vinden vanwege het voedsel wat de palmbomen met zich mee brengt. Maar de eigenaren van de plantages zijn niet zo blij met hun bezoekjes en bellen dan over het algemeen het opvangcentrum. Helaas gebeurd het ook nog steeds dat de mensen van de plantages nog steeds het heft in eigen handen nemen en de apen zelf stropen. Door ook de hulp van het WWF die probeerd om zoveel mogenlijk te controleren in en rondom de jungle gebieden op mensen die jagen op de dieren wordt de jacht wel een stuk minder. Helaas is het hele gebied te groot om alles te controleren waardoor het stropen dus nog niet helemaal is verdwenen. Zelf steun ik het WWF elke maand met een kleine donatie en het is goed om te zien waar dit geld o.a. naar toe gaat. Ook worden er veel jongen Orang Otangs binnen gebracht bij dit project waarvan dan bijna altijd de moeder is overleden. Dit komt door bijvoorbeeld de bomenkap in het regenwoud, de moeder valt op de grond met jong en alleen het jong overleefd de val. Bij het centrum in Sepilok worden de Orang Otangs die worden binnen gebracht eerst een paar weken in quarantane gezet, dit om verspreiding van ziektes bij de gezonde apen te voorkomen. De dieren worden onderzocht in het hospital en krijgen een chip en tatooage nummer op hun bovenbeen zodat ze altijd weten als de aap weer ergens gespot wordt welke het is. Na de Quarantane periode proberen de mensen aldaar de apen vertrouwd te maken met hun natuurlijke leefomgeving. De jongen apen worden ingepakt in een nest gemaakt in een wasmand met allemaal dekens en handdoeken. De wat ouderen wordt geleerd in touwen en banden te klimmen om ze vervolgen mee de jungle in te nemen om te laten zien wat ze wel en niet kunnen eten en hoe ze een nest moeten bouwen.. In het wild blijft het jong ongeveer 9 jaar bij de moeder om dit alles te leren, dus je kan wel nagaan hoeveel tijd en geld hierin gaat zitten. Het doel in het centrum is om alle Orang Otangs die binnen komen weer zo te instrueren zodat zij zelf weer in het wild kunnen leven. De Orang Otangs worden dan ook aan het einde van het reintergratie project weer uitgezet in de jungle. Bij Sepilok zelf zit een stuk beschermd gebied waar over het algemeen deze apen worden uitgezet. Omdat sommige het nog niet helemaal redden om zelf voedsel te vinden of omdat ze een kleintje hebben en wat extra's nodig hebben, wordt er 2x per dag in de jungle op het voedselplatform erxtra voedsel zoals bananen en bepaalde boomstronken voor ze neergelegd. Dit is ook tevens de enigste plek waar de bezoekers van het centrum de Orang Otang kan zien. Thijs en ik waren net te laat voor de ochtend voeding. Het kwam ook met bakken uit de hemel en dus zijn we eerst zelf maar even wat gaan eten. Erna hebben wij een het informatie centrum bezocht waar we ook zagen dat de neushoorns in dit gebied het ook zeker niet makkelijk hebben. En ik kan je zeggen als je dat zo allemaal met eigen ogen van dichtbij ziet, te veel palmolieplantages waardoor er steeds minder jungle overblijft en alle dieren het steeds moeilijker krijgen, het je echt aan je hart gaat. Daarom is het goed dat er stichtings zoals het WWF er zijn en centrums zoals Sepilok. Na het informatie centrum hebben wij nog een film bekeken over het werk van het Sepilok centrum, erg intressant om te zien hoe ze de Orang Otang opvangen en deze van alles leren om vervolgens weer uit te zetten. Na de film hebben wij de vrouw achter de balie waar we het kaartje kochten om naar binnen te gaan nog even lastig gevallen met een aantal vragen. Er is namenlijk 1 Orang Otang zonder arm, dit hadden wij al eerder meegekregen van ons Nederlandse vrienden Saskia en Michel en wij vroegen haar hoe dit kwam. Deze aap was via de electriciteits kabels naar een palmolieplantage geslingerd voor voedsel en jawel zijn arm stond hierdoor in de brand en moest geamputeerd worden. Bij haar ook wat informatie ingewonnen over het doen van vrijwilligers werk in het centrum en hoe je het centrum nog meer kan steunen. Hierover later meer op de site van Thijs. Om 14:00 uur mochten we dan toch echt naar binnen voor de voedertijd van 15:00 uur. Wij waren de eerste op het bezoekersplatform zodat we een goede plek konden bemachtigen om foto's te maken. Het werd langzaam drukker met mensen en iedereen was muisstil en wachte met spanning af tot de eerste Orang Otang te voor schijn kwam. Een verzorger gaf doormiddel van een teken door op iets te slaan aan dat hij het eten ging neerleggen. En na nog een aantal minuten kwam er dan ook in de verte wat beweging aan het touw. Langzaam kwam een vrouwtje met haar jong naar het voedselplatform te geslingerd. Echt een supermooi gezicht en ik moest dan ook een traantje weg pinken. Wat een supermooie beesten zijn dit. Thijs had de opdracht gekregen om supermooie foto's te maken zodat ik op mijn gemakje alles kon volgen en hem aanwijzingen kon geven als er elders wat bewoog. De moeder showde haar kleintje aan het publiek, ik weet niet of dit bewust was maar geweldig om te zien was het zeker! Even later kwam er weer beweging in het touw en kwam er nog een moeder met jong aangeslingerd. Dit jong was overigens al wat ouder en slingerde zelf achter zijn moeder aan. Ineens hoorde wij wat achter ons, op nog geen 2 meter afstand kwam een enorm mannetje langs geparadeerd. De vrijwilligers hielden de mensen op afstand en zorgde ervoor dat alles veilig bleef. Dit mannetje ging naar de vrouwtjes toe en onderzocht deze van top tot teen. Het oudere jong stoeide met de grote man en mocht uiteindelijk ook deel uitmaken van de lunch. Thijs was inmiddels wat foto's vanuit andere hoeken aan het maken en ik zag hem niet meer. Toen kwam hij me halen, hij zat gewoon al de hele tijd een stuk verder in zijn eentje oog in oog met een vrouwtje dat 5 maanden zwanger was, dit vertelde 1 van de vrijwilligsters ons. Wat een geweldig gezicht was dit zeg, wij op de grond en zij 2 meter boven ons op een tak. Ik zei tegen Thijs dat ik even onze tassen ging pakken en onderweg naar het bezoekersplatform was de Orang Otang met 1 arm hier ook gearriveerd en had het op onze tassen gemunt. Gelukkig pakte een man deze nog net op tijd weg en ik bedankte hem en ging nog wat dichterbij deze aap kijken. Helaas ging de tijd snel voorbij en moeten wij na een uur het platform verlaten, maar deze bijzondere beelden staan zeker op onze netvlies gegrafeerd. Terug bij het informatie centrum hebben wij besloten om de Orang Otang Sen te adopteren. Dit omdat hij op de verjaardag van Thijs 09-09-2006 is binnengebracht in het centrum. Het kost behoorlijk wat geld om de Orang Otangs in dit centrum te onderhouden en hiermee hopen wij een steentje te hebben bijgedragen.
Eigen reisverhaal schrijven
Heb je altijd al een eigen reisverhaal willen schrijven? Dat kan natuurlijk op papier in een eigen dagboek. Ook is het mogelijk om jou avonturen online bij te houden doormiddel van een eigen reislog. Als je een leuk reisverhaal geschreven hebt dan is de mogelijkheid aanwezig om je verhaal op deze website te plaatsen. Mail ons daarom direct en lees wat de mogelijkheden zijn.
Heb je ook een reisverhaal geschreven? Publiceer het hier!
|